Ijen Plateau - Java
Goed, waar waren we gebleven? Om 4u 's morgens ging de wekker in ons primitieve kamertje in de homestay, ergens in de middle of nowhere (nog steeds geen idee waar we nou eigenlijk waren). Een verfrissende douche zat er op dit belachelijk vroege tijdstip helaas niet in, gezien het treurige straaltje ijskoud water dat uit de kraan druppelde. We hebben onze truien dus maar weer uit de tas geplukt - het beloofde namelijk opnieuw een koude tocht te worden - en zijn met onze slaaphoofden in het donker op zoek gegaan naar onze chauffeur (laten we hem vanaf nu voor het gemak Jerom noemen, aangezien hij sprekend lijkt op de spierbundel uit Suske en Wiske, alleen dan in miniatuur versie).
Tot onze verbazing troffen hem aan op dezelfde plek als waar we hem de avond ervoor hadden achtergelaten, namelijk achter het stuur van zijn witte bestelbus, waarin hij heel zielig lag te slapen onder een enorme stapel dekens. Zodra hij ons zag staan, ging hij rechtop zitten, schudde de dekens van zich af en startte zijn rammelende busje. Blijkbaar had hij nog minder tijd nodig om wakker te worden dan wij, want krap dertig seconden later zaten we al op de achterbank van de bus op weg naar de Ijen vulkaan.
Gelukkig zijn we inmiddels gewend aan de levensgevaarlijke Javaanse roadtrips, want Jerommeke slingerde met zijn slaapdronken hoofd van links naar rechts over de enige toegangsweg naar de vulkaan: een zandpad vol stenen, gaten, met aan de rechterkant een angstaanjagend diepe afgrond. Ik verslikte me alweer bijna in mijn witte boterham met jam én hagelslag - die we bij wijze van ontbijt hadden meegekregen van de serveersters uit de homestay - maar was te lamlendig om mezelf er echt druk om te maken. Bovendien moesten we onze energie sparen voor de pittige wandeling naar het kratermeer van de vulkaan.
Een half uurtje later was het dan zover. Jerom zette ons af aan de rand van een bos, van waaruit we nog ruim drie kilometer moesten lopen tot de top van de Ijen (2368m). Een redelijk heftige klim, zeker om 5u in de ochtend, die via een lange, soms behoorlijk steile weg omhoog ging. We vonden onszelf dan ook enorme bikkels, totdat we na een paar honderd meter de eerste zwaveldragers tegenkwamen.
Omdat de Ijen vulkaan veel zwavel voortbrengt, zijn er rond de 300 mannen uit de omgeving die de vulkaan elke dag twee keer beklimmen om eigenhandig met een koevoet de gele zwavel bij het kratermeer los te hakken. Ze dragen een plank met twee manden op hun schouders en vullen die met de losgehakte stukken zwavel. Daarna lopen ze het steile stuk over de rotsen via het bospad van de vulkaan terug naar het dal waar wij onze wandeling deze ochtend waren begonnen.
Het ongelooflijke aan dit alles is dat zij een gewicht van tussen de 60 en 100 kilo zwavel op hun smalle schouders (ze zijn allemaal mager en vaak niet langer dan 1.60m) vanaf de top van de vulkaan naar beneden sjouwen. Om te kunnen bevatten hoe enorm zwaar dat is, heeft Arjan geprobeerd om twee gevulde manden omhoog te liften, maar hij kreeg er niet eens beweging in (en hij heeft toch echt al zijn spierballen in de strijd gegooid).
Na een uurtje klimmen (hijg, puf, zweet), ging het zandpad bovenop de vulkaan plotseling over in lichtbruine stenen en zagen we het kratermeer opdoemen. Een duizelingwekkend mooi gezicht door het ijzigblauwe water, de witte kraterwanden en opstijgende zwaveldampen. Arjan besloot ter plekke dat hij met een van de dragers naar beneden wilde, tot aan de plek waar de zwavelstenen worden uitgehakt. Eén blik op de diepe afgrond was voor mij voldoende om 'veilig' boven op de rand van de krater te blijven.
Toen Arjan drie kwartier later terugkwam, vertelde hij dat de zwavelgassen beneden een bedwelmende stank voortbrachten (zo ongeveer als de geur van rotte eieren). De zwaveldragers hadden slechts een doek voor hun mond om zich tegen deze (niet al te gezonde) dampen te beschermen. Desondanks schijnen ze weinig last van gezondheidsproblemen te hebben, waarschijnlijk omdat ze lichamelijk in topconditie zijn. Een 72-jarige zwaveldrager beklimt bijvoorbeeld nog steeds bijna elke dag de vulkaan. En dat voor een minimum salaris. De zwavel levert namelijk slechts 600 Rupiah (ongeveer 5 eurocent) op per kilo. Aan een klim verdienen de mannen dus omgerekend het schamele bedrag van €4.
We hebben nog een tijdje op de top van de vulkaan gezeten en zijn toen rond 9u 's morgens we weer terug naar het dal gewandeld, waar Jerom geduldig als altijd op ons stond te wachten. Wat dat betreft hadden we het met Helios Transport, de organisatie in Malang die onze gecombineerde Bromo en Ijen trip heeft geregeld, geweldig getroffen. We hebben kunnen doen wat we wilden, hoefden nooit te haasten en werden na afloop keurig afgezet bij de haven, waar we gistermiddag de ferry naar Bali hebben genomen.
We hebben de laatste twee dagen gebikkeld, gezweet en afgezien, zijn op belachelijke tijdstippen naar bed gegaan en weer opgestaan, maar het was 't allemaal dubbel en dwars waard. In 48 uur tijd hebben we de meest waanzinnige dingen gezien en meegemaakt en hebben we mensen ontmoet waar je niets anders dan oneindig veel bewondering voor kunt hebben. We kunnen Java met een gerust hart achter ons laten - mooier en indrukwekkender dan dit zal het niet worden - en ons onderdompelen in het paradijselijke Bali. Tot over een paar daagjes voor alweer onze laatste update!
Reacties
Reacties
Indrukwekkend allemaal. Om sterker te worden is spek eten misschien een idee. Respect voor die sterke dragers is op zijn plaats. Groeten uit Liempde.
Tja, stom van ons, dat we niet eerder aan jullie reisblog hebben gedacht. Hadden we al veel eerder van jullie verhalen kunnen genieten.
Laat je vooral heerlijk masseren op het strand in Bali.....dat is één van de herinneringen van lang geleden. Tja en bij al die tempels, of schoenen uit of doek over je hoofd of orange sjerp om je middel, het was overal weer anders. Ben benieuwd wat je tegenwoordig moet doen! Geniet al al het mooie, dat weer zoveel anders is dan op Java.
Liefs van Harrie en Paula
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}