arjanenannelie.reismee.nl

Merida / Cancun - Mexico

We zijn in Merida, een stad in de Mexicaanse streek Yucatan. Volgens de Lonely Planet proef je hier nog de sfeer van het echte, authentieke Mexico. En dat klopt ook wel, want ondanks dat de stad alles heeft om het tot een toeristische hotspot te maken, is het hier opvallend rustig en kom je nauwelijks andere reizigers tegen. Behalve dan op zondagmiddag, als het centrale plein wordt omgetoverd tot een feestelijke markt, met kleurrijke kraampjes, straattheater en eetstalletjes.

Vanaf het middaguur komen de touringbussen massaal het centrum ingereden en transformeert het anders zo vredige Merida in een rumoerig attractiepark waar de Efteling bij zou verbleken. We hebben ons laten vertellen dat het hier voornamelijk Amerikaanse pensionarissen betreft, die hun comfortabele cruiseschepen een middagje verlaten om te shoppen in Merida. In praktijk komt het erop neer dat ze de bus uitstappen, een rondje door het park rennen en dan vervolgens deeerste de beste Burger King in duiken, om daar te blijven zitten totdat de bus weer vertrekt.

Merida is ondertussen echt een leuk stadje om een paar dagen rond te slenteren, met diverse musea, theaters, indrukwekkende gebouwen en een rijke geschiedenis. Vooral hetMacay museumin het centrum van de stad is écht de moeite waard. Een groot gebouw met sierlijke trappen, hoge plafonds en een tiental toonzalen waarin het werk van talentvolle jonge kunstenaars. Ook zijn we naar een tangovoorstelling geweest in het theater van Merida, dat nog écht een ouderwetse grandeur uitstraalt met rokerige zalen, weelderig rood fluweel enmarmeren trappenhuizen. En hebben we enkele dagen geleden het stadje Izamal bezocht, waar alle huizen, kerken en gebouwen geel geverfd zijn.

Het Mexicaanse uitgaansleven hebben we inmiddels ook van dichtbij meegemaakt, toen we enkele dagen geleden op goed geluk een cafeetje ergens in een buitenwijk van Merida binnenwandelden. Achter de zware houten serredeuren bleek een immense patio schuil te gaan, waar iedereen aan plastic tafels met gebloemde kleedjes zat te eten en te drinken. Op het podium speelde een salsaband, inclusief een quasi grappige ´allround entertainer´, die de vreemdste capriolen uithaalde om zijn publiek te laten lachen. We gaan er vanuit dat deze mensen nog nooit een buitenlander hadden gezien, want zodra ze ons in de gaten kregen, verstomde het geroezemoes, hield de band spontaan op met spelen en werden we plotseling aangestaard door tientallen nieuwsgierige Mexicanen.

Omdraaien en hard wegrennen durfden we niet, dus zijn we vriendelijk lachend achter elkaar aan richting een leeg tafeltje geschuifeld. Inmiddels was het doodstil geworden in de zaal en dat leek onze entertainer op het podium een uitgelezen kans om er nog een ´hilarische´ anekdote tegenaan te gooien, uiteraard met ons als gewillige slachtoffers. De ober, die medelijden met ons kreeg (we keken waarschijnlijk ook heel benauwd) sprong er handig tussen om onze bestelling op te nemen. Het muziekspektakel werd daarna godzijdank hervat en dus konden wij eindelijk weer rustig ademhalen.

Toen onze bestelling arriveerde, was het trouwens onze beurt om stil te vallen. Want twee drankjes betekende hier klaarblijkelijk twee flessen bier, twee gigantische glazen cola en een tafel vol met tapashapjes (in de categorie gepureerde bonen en gefrituurde ansjovis met mayonaise. Niet te eten, maar wel leuk geprobeerd.).

Op culinair gebied isMexico trouwens een verhaal apart, de tortilla´s zoals wij die in Nederland eten, zijn niet te vergelijken met de dubieuze brouwsels die je hier krijgt voorgeschoteld. Het was dus nog een hele klus om een restaurant te vinden waar je normaal kunt eten. Daar komt bij datMexicanen eentotaal ander beeld hebben vangezelligheid, want zelf eten ze bij voorkeur in cantina´s? kale, betonnen hokjes met tl-verlichting, plastic kuipstoeltjes en een kamerscherm in plaats van een buitendeur.

Na drie dagen en nachten in Merida (in het fantastische Trinidad hotel, dat met twee grote binnentuinen, hangmatten en zithoeken een oase van rust is in het hartje van de stad) hebben we vanmorgen de bus naar Cancun genomen. En zo zit je binnen een paar uur plotseling in een totaal andere wereld. Cancun is een drukke badplaats met een overdreven luxe´zone hotelera´. Dat moet je hebben gezien om het te geloven. Een kilometers lange boulevard aan het strand met gigantische hotelsketens, waarin restaurants, winkelcentra, cafés, tennisbanen en zwembaden zijn gevestigd. Wij hebben een kamer geboekt in het ultraluxe Gran Melia Hotel. Even relaxen voordat we morgenmiddag in het vliegtuig naarCuba stappen.Vanmiddag hebben we extreem lui aan het zwembad gehangen en dadelijk lekker slapen in ons kingsize bed.

Hasta luego!

Tulum - Mexico

Het deed wel even pijn om het ultieme relax-eiland Caye Caulker na een week te verlaten. Op de boot richting Belize City hebben we meerdere keren ietwat beteuterd achterom gekeken, naar de pastelkleurige strandhuisjes en de wuivende palmbomen. Wat was het hier leuk! Maar zoals dat gaat met reizen, kom je vanzelf weer op een nieuw idyllisch plekje terecht en zo ging het ook deze keer.

Na een busreis van ruim tien uur vanuit Belize City (die volgens de planning maximaal 6u zou duren, ach ja), werden we laat in de avond afgezet in het centrum van Tulum; een strandstadje in het zuiden van Mexico. We waren de bus nog niet uit of prompt viel in de hele stad de elektriciteit uit. Niet echt handig als je geen idee hebt waar je bent en in het donker op zoek moet naar een slaapplek. We waren stiekem dan ook dolblij toen we werden benaderd door een vrouw die ons een kamer aanbood in haar pasgeopende hostel (en dat terwijl we ons normaal mateloos irriteren aan alle locals die zich zonder nadenken bovenop je storten met hapjes, drankjes, hotelaanbiedingen en taxiritten zodra je een bus uit komt gestruikeld).

Samen met vijf andere Nederlanders zijn we meteen de taxi ingesprongen richting Hostel Casa. Omdat we niet bepaald hoge verwachtingen hadden van onze nieuwe slaapplaats (waarom staat de eigenaresse anders om 22u 's avonds nog bij een busstation?), waren we stomverbaasd toen we vijf minuten later een grote, sfeervolle binnentuin binnenwandelden. Ook de kamers bleken vele malen mooier en groter dan we hadden verwacht voor 20 dollar per nacht. Waarschijnlijk zijn we zelfs de eerste gasten, want de verflucht zweemt nog rond en de witte dekbedden zijn kraakhelder. Nadat we de kamers democratisch hadden verdeeld en de backpacks veilig opgeborgen, hebben we nog urenlang met de andere Nederlanders in de patio zitten eten en drinken en ter plekke besloten dat we toch wel weer op een bijzonder plekje terecht zijn gekomen.

Tulum bestaat uit twee delen; het stadje en een hotelzone direct aan het strand, waar een lange rij luxueuze beachresorts gevestigd is. De stad en het strand zijn met elkaar verbonden door een lange, rechte weg van ongeveer 5km, waar wij elke middag vrolijk met onze mountainbikes (die we voor een prikkie bij ons hostel huren) richting strand fietsen. Omdat we 's avonds tot laat met de Nederlandse delegatie (en de andere gasten) zitten te borrelen in de patio van het hostel, komen we 's morgens ietwat traag op gang. Mede te danken aan de godverzengende hitte in onze kamer overigens, die ook niet echt bevorderlijk is voor een goede nachtrust (wellicht dat het hier daarom zo goedkoop is?). Voor iedereen die ooit op een festivalcamping in een tentje in de brandende zon heeft gelegen; zo voelt het ongeveer om hier wakker te worden. Gelukkig hoeven we de hele dag weinig anders te doen dan naar het centrum te fietsen voor koffie en ontbijt, direct door te trappen naar het strand en daar te blijven liggen tot de zon ondergaat.

Overigens zijn niet alleen de resorts hier enorm luxe, het hele strand van Tulum straalt decadentie uit. Met lange rijen witte loungebedden, houten schommelstoelen, rieten parasols en rondrennende obers. Zoals het hoort, liggen hier voornamelijk bruingebronsde, verveeld kijkende snobs met grote Dior-zonnebrillen en minuscule bikini's. En wij natuurlijk! Helemaal bezweet na een lange fietstocht. Het blijft hoe dan ook bijzonder dat het leven hier zoveel goedkoper is dan in Nederland, en dat wij zonder blikken of blozen de duurste cocktails kunnen laten aanrukken, zonder ons rot te hoeven schrikken van de gepeperde rekening. En dat vinden de hip & famous hier in Tulum blijkbaar ook, want we worden elke dag wel een paar keer minachtend aangegaapt, waar wij dan natuurlijk heel hard om moeten lachen.

Om het nog een tikje erger te maken, zijn we gistermiddag wezen lunchen bij de trendy beachclub Mezzanine; waar we op het dakterras, hangend in enorme loungebanken met een kokossapje binnen handbereik hebben genoten van een waanzinnig goede jazz-zangeres. Onze dosis cultuur hebben we inmiddels ook weer gehad; vanmorgen zijn we naar de Maya-tempels van Tulum geweest. Leuk om te zien, maar vele malen minder indrukwekkend dan Tikal. Na anderhalf uur rondslenteren, hadden we het dan ook wel gezien en zijn we regelrecht naar het strand gefietst.

Overigens hier in Tulum maar weer eens ontdekt hoe klein de wereld eigenlijk is. Arjan en Nohmi, twee van de Nederlanders uit ons hostel, blijken de buren te zijn van mijn Tilburgse vriend Cees, notabene in het appartementencomplex waar ik zelf drie jaar heb gewoond. Ons afscheid morgen zal dan ook vast niet voor altijd zijn. Zojuist heb ik ook nog een andere, heel wat minder gezellige ontdekking gedaan; onze kamer, die bloedhete ja, blijkt een airco te hebben. Dat moet je dan alleen wel even weten, om ´m aan te kunnen zetten. Aaarrrgghh!

Caye Caulker - Belize

Van twee maanden reizen word je behoorlijk relaxed, maar mocht er ergens in ons lichaam nog een spoortje stress hebben gezeten, dan is dat nu definitief verdwenen. We zijn in Caye Caulker, een eiland dat deel uitmaakt van Belize, en het credo hier luidt; GO SLOW!

Caye Caulker is nog mooier dan de foto's en reisbrochures ons beloofden. Parelwitte stranden, palmbomen en een azuurblauwe zee. Ook de sfeer is hier totaal anders dan in de landen waar we tot nu toe zijn geweest. Het meerendeel van de inwoners heeft Creools bloed, dus we komen elke dag wel 'n stuk of tien Bob Marley look-a-likes tegen en uit alle hoeken en gaten klinkt reggaemuziek. Nog een groot verschil met de omliggende landen is dat de mensen hier allemaal Engels spreken (Belize is een voormalige Engelse kolonie, vandaar). In een grappig dialect, dat dan weer wel. Arjan is in een jubelstemming nu hij eindelijk weer begrijpt wat er tegen hem wordt gezegd en ouwehoert dan ook de hele dag met alles en iedereen.

Onze hotelkeuze was ditmaal minder succesvol. Omdat het hoogseizoen is en de meeste kamers lang van tevoren worden geboekt, hadden wij al een paar weken geleden via internet een reservering gemaakt bij Lena's Guesthouse. Volgens de Lonely Planet een aanrader, maar in werkelijkheid een troosteloos en hopeloos verouderd strandhuis. Na twee nachten zijn we daarom vroeg in de ochtend op zoek gegaan naar een ander hotel. En dat hebben we gevonden. Nu slapen we voor slechts enkele dollars extra in hetTropics Hotel (vreselijk foute naam)in een riantekamer met ligbad en vier bedden, direct aan het strand.

Overigens is Caye Caulker vele malen duurder dan de rest van Midden Amerika, dus dat is wel even wennen (echt niet relaxed om meer dan 50 eurocent voor je koffie te betalen!). In plaats van uitgebreid te ontbijten en lunchen in een cafeetje, wandelen we daarom nu elke dag twee keer bij de Caye Caulker Bakery naar binnen, waar ze overheerlijk kaneel-, banaan- en kokosbrood verkopen. 's Avonds schuiven we meestal aan bij Rose's Bar & Grill, waar de lekkerste vis regelrecht uit de zee op de barbecue wordt bereid. Goddelijk! Ja, de mensen hier weten wel wat lekker eten is en de eerlijk gezegd zijn de eettentjes aan het strand, waar eenBig Mammaverse visspiezen staat te grillen ook veel leuker en lekkerder dan deposhyrestaurants, waar je minimaal het driedubbele voor een maaltijd betaalt.

Vanwaar deze plotselinge zuinigheid, vraag je je wellicht af. We wilden hier in Belize ons duikbrevet halen en dat kost natuurlijk een flinke smak geld. En tijd! De afgelopen dagen hebben we fulltime met onze neus in de boeken gehangen om de theorie te leren en heel wat uurtjes onder water doorgebracht. Maar.... We hebben het gehaald! Helemaal te gek. Ons theorie-examen (net als op school; 100 meerkeuzevragen, afkijken verboden) hebben we met vlag en wimpel doorstaan (ik iets beter dan Arjan

Wink
) en gisteren hebben we ook onze laatste duik gemaakt.

Overigens nog helemaal niet zo makkelijk, dat duiken. Arjan bleek uiteraard weer een natuurtalent, maar ik vond het nog een behoorlijke klus om alle oefeningen onder water uit te voeren. Vooral toen we onze duikbril moesten afzetten om een paar meter zonder bescherming te zwemmen dacht ik echt even dat mijn laatste uur geslagen had. Ik had die bril nog niet af, of mijn neus liep vol water. Daarop begon ik te hoesten en te proesten, waardoor mijn mondstuk uitviel (en ik dus geen zuurstof meer kreeg) en toen slikte ik tot overmaat van ramp ook nog een halve liter water door. Het zal er vast enorm grappig uit hebben gezien toen ik spartelend op de bodem van de zee lag, maar ik was toch wel érg blij toen ik weer veilig op de boot zat.

Ondanks mijn gestuntel hebben we ons brevet allebei binnen drie dagen gehaald en dat schijnt een behoorlijke prestatie te zijn, dus dat is helemaal top!

De onderwaterwereld rondom Caye Caulker is trouwens adembenemend, met kilometers lange koraalriffen, talrijke vissoorten, schildpadden en zelfs haaien. Omdat we die laatste twee nog niet hadden gezien, zijn we vandaag de hele dag wezen snorkelen. En met resultaat, want we hebben tussen de haaien gezwommen (ja echt!) en twee oh zo schattige schildpadden van dichtbij gezien. Onze Caye Caulker-missie is dus in alle opzichten geslaagd! En hoewel we ons nog makkelijk een tijdje op dit paradijslijke eilandje zouden kunnen vermaken, is het alweer bijna tijd om richting Mexico te vertrekken. Maar niet voordat we nog een keer de zon zien ondergaan bij Lazy Lizard; onze reggaebar aan het strand, met een cocktail in de hand en Bob Marley op de achtergrond. Beter dan dàt kan het niet worden. Cheerz!

Flores / Tikal - Guatemala

De tocht vanuit onze lodge in Semuc Champey naar Flores gisterochtend is (wederom) niet helemaal zonder kleerscheuren en blauwe plekken verlopen. Na een vroeg ontbijt werden we samen met 30 andere backpackers in een laadbak van een bestelbusje gepropt en staand met al onze bagage vervoerd. Terwijl we over de hobbelige bergweggetjes scheurden probeerde iedereen zich wanhopig vast te klampen aan het dak, de stalen zijleuningen of elkaar. Dat kon natuurlijk nooit lang goed gaan, dus na de derde bocht rolden we allemaal dwars door die laadbak heen en verloren we hier en daar een slipper. Maar dat mocht de pret niet drukken en krap drie kwartier later arriveerden we ietwat beduusd in het dorpje Lanquin, van waaruit we een aansluitende bus naar Flores konden nemen. Ditmaal gelukkig geen al te grote afstand en dus werden we al vroeg in de middag bij ons hotel (Dona Goya 2, lekker goedkoop voor 14 dollar per nacht) gedropt.

Flores ligt aan het meer van Petén en is met het vasteland verbonden door een weg dwars over het water. Hoewel je het hele eiland binnen 'n uurtje wel hebt doorkruisd, zijn er voldoende leuke eettentjes en terrassen direct aan het water om je hier een paar dagen prima te vermaken. Desondanks is ons verblijf in Flores van korte duur, morgenvroeg vertrekken we alweer naar Belize voor een weekje zon, zee en cocktails.

Afijn, de reden dat we hier zijn is omdat we een dagtrip naar de Maya-tempels in Tikal wilden maken en Flores is daarvoor een prima uitvalsbasis. Vanmorgen werden we daarom al om (let op!) 5u opgepikt bij ons hotel. Toen de wekker ging was ik lang niet zo enthousiast meer over die verdomde tempels als gisteravond, maar toen we klokslag 6u in het park stonden wist ik dat het een goede beslissing was geweest om zo belachelijk vroeg op te staan. Want terwijl we door de bossen richting de tempels liepen, hoorden we de dieren in de.jungle ontwaken. Heel bijzonder, zeker als je na een kwartiertje de imposante tempelcomplexen vanuit de mist ziet opdoemen.

In de uren erna hebben we alle tempels gezien en er zelfs een paar beklommen en om klokslag 12u stonden we weer bij de ingang van het park. Toen waren we trouwens helemaal blij dat we zo vroeg waren gegaan, want inmiddels was het bloedheet en werden er busladingen vol toeristen uitgeladen. Snel wegwezen dus!

Inmiddels zijn we weer terug in Flores. Dadelijk lekker eten bij Cool Beans, een heel relaxed restaurantje met hangmatten en palmbomen op het terras en een barretje dat uitkijkt op het water. Alvast een goede voorbereiding op morgen, want dan gaan we naar Belize.

Semuc Champey - Guatemala

Na een paar dagen leven in luxe, zijn we weer back-to-basic in het natuurpark van Semuc Champey. Het is even wennen om plotseling weer in een klein hutje ver van de bewoonde wereld te slapen, na onze weelderige hotelkamers in San Marcos. Maar ach, dat houdt het spannend hè.

Laten we even beginnen bij het begin. Vanuit Lago de Atitlán zijn we dus twee dagen geleden samen met twee Deense vrouwen per shuttlebus naar de stad Cobán gereden, waar we één nacht hebben doorgebracht in een wel heel eigenaardig hostel. Slapen deden we namelijk in een basic, spotgoedkoop kamertje, terwijl we dineerden in het bijbehorende ultraclassy restaurant, met tinkelende fonteintjes en klassieke muziek. Best apart om vier keer zoveel voor een maaltijd te betalen als voor een kamer, maar lekker was het wel.

De volgende ochtend zijn we al weer vroeg in de bus gestapt richting Semuc Champey; een prachtig natuurpark met een rivier die deels onder de grond door grotten stroomt en deels bovengronds door gestapelde natuurbaden, waarin je ook kunt zwemmen. Aanvankelijk wilden we een hutje reserveren bij El Retiro, een populaire ecolodge op enkele kilometers van het park. Maar na vier vruchteloze mail- en belpogingen, zijn we ietwat teleurgesteld op zoek gegaan naar een andere slaapplek. Op de gok gereserveerd bij een andere lodge, maar geen flauw idee wat we konden verwachten. Sterker nog, we wisten niet eens waar het was. In het dorpje Lanquin, op tien kilometer van Semuc Champey, of langs één van de hooggelegen bergweggetjes op de enige toegangsweg naar park? Toen het busje dwars door Lanquin scheurde en daarna vrolijk nog drie kwartier door de bergen omhoog reed, keken Annelie en ik elkaar wel even raar aan; waar komen we in godsnaam terecht? Uiteindelijk stopten we bij de ingang van het park en wat bleek? El Portal, onze lodge, is direct naast het park gelegen. Echt perfect! De lodge bestaat uit een paar schattige hutjes en een klein, open restaurantje in de middle-of-nowhere.

Eten doen we in het hooggelegen restaurant van El Portal. Kan ook niet anders, want er is verder niets in de buurt. Hoeft ook niet, want het eten is super. Elke dag moeten we om uiterlijk 17u onze bestelling doorgeven en om stipt 19:30u schuiven we samen met de overige gasten aan tafel. Heel gezellig om ´s avonds met andere reizigers te praten en te horen wat zij onderweg hebben meegemaakt. De gezelligheid duurt trouwens tot exact 10u, want dan gaat de knop om en is er geen elektriciteit meer tot de volgende middag. Net als op de camping; met de zaklamp naar de wc!

Gisteren zijn we vroeg opgestaan, om vóór de grote massa in het park te zijn. Goede keuze,want na een steile klim richting de Mirador (het uitzichtpunt bovenop de berg), hadden we de smaragdgroene baden helemaal voor onszelf. Hangmat geïnstalleerd en genieten maar! Toen rond het middaguur de toeristenbussen arriveerden, wandelden wij alweer richting de uitgang voor een uitgebreide lunch in onze lodge. Aan het einde van de dag, vlak voor de zon onderging zijn we weer teruggewandeld naar de baden om samen met de locals een laatste duik te nemen. Wat leven mensen hier toch mooi en eenvoudig. Ze hebben weinig nodig om gelukkig te zijn.

Ook de grotten van Semuc Champey liggen op slechts een paar honderd meter afstand van onze lodge en vanmorgen stonden we dan ook al om 8u klaar voor een rondleiding. Aangezien niemandhet hier in z´n hoofd haaltom zó vroeg op pad te gaan, hadden we een gids helemaal voor onszelf. Met z´n drieëen hebben we ruim anderhalf uur met een kaarsje in de hand door de pikdonkere grotten gezwommen, gewandeld en geklauterd. Annelie voorop, want ik vond het maar eng.

Wink

Op de terugweg nog even met de lokale jeugd vanaf de brug de rivier in gesprongen en naast de lokale varkens op het strand gelegen. Zijn trouwens toch ook net Duitsers, die varkens. Eenmaal op het strand, beginnen ze gelijk een gat te graven.

Dadelijk gaan we nog een laatste duik nemen in Semuc Champey, want morgen vertrekken we alweer richting Flores, onze laatste bestemming in Guatemala. We houden jullie op de hoogte!

San Marcos / Lago de Atitlán - Guatemala

We zijn sinds drie dagen in San Marcos, een piepklein dorpje aan Lago de Atitlán en helemaal into yoga en meditatie. Niet zonder reden, want het schijnt dat in San Marcos een bijzondere spirituele energie hangt en zodoende komen mensen vanuit de hele wereld naar deze plek om geestelijke verlichting te vinden. Of zoiets... In praktijk komt het erop neer dat het hier wemelt van de yogastudio's, meditatiecentra, reikigoeroes en overjarige hippies, die de hele dag met een onnatuurlijk gelukzalige glimlach door het dorpje slenteren. We hebben ons laten vertellen dat je hier zelfs een meditatiecursus van een maand kunt volgen, waarbij je de laatste week niet mag eten en praten. Allemaal reuze leuk verzonnen, maar wij worden dankzij deze zweverige weirdo's dus wel elke ochtend rond 'n uurtje of 6 bruut gewekt als een sprituele klaagzang loeihard door het dorpje galmt. Gelukkig slapen we in een waanzinnig mooi hotel, dus is het bepaald geen straf om schandalig lang in bed te blijven liggen of tot een uurtje of 12 te ontbijten op het dakterras.

Ons hotel Aaculaax is trouwens nog een verhaal apart. Het is volledig tegen een rotswand aan gebouwd, waarbij zoveel mogelijk gebruik is gemaakt van gerecycelde materialen, zoals lege flessen en gebroken glas. Echt schitterend, zeker als je vanaf het dal omhoog kijkt en de kamers van boven naar beneden uit de rots ziet opdoemen. Aaculaax beschikt over 6 unieke suites, die allemaal een eigen inrichting en naam hebben. Wij hebben het geluk dat we in 2 verschillende kamers mogen logeren (vooral fijn als je net zo nieuwsgierig bent als ik). De eerste nachten sliepen we in Pescado; één van de hoger gelegen vertrekken met een adembenemend uitzicht over de omliggende vulkanen en het meer. De douche was letterlijk in de rots gebouwd en we hadden toegang tot een eigen dakterras, bovenop de berg. Whoehaa! Inmiddels zijn we verhuisd naar Alain, venoemd naar de kunstenaar die de kamer heeft opgefleurd met wandschilderingen, glas-in-lood-ramen en een kanariegele badkamer. Ook super!

Gisterochtend zijn we met de chickenbus naar Chichicastenago (door de mensen hier liefkozend Chichi genoemd) geweest, waar elke donderdag en zondag een grote markt wordt gehouden. Hoewel je er struikelt over de toeristen, was het een bijzondere ervaring om tussen de bontgekleurde kraampjes, levende kippen en kalkoenen en geurige eetstandjes te lopen en de religieuze ceremonies die hier veelvuldig plaatsvinden vanaf een afstandje te bekijken.

Na een paar dagen chillen tussen de dreadlocks en healthfreaks zijn we weer topfit en helemaal klaar voor een nieuw avontuur; natuurpark Semuc Champey. Samen met twee Deense vrouwen hebben we zojuist een shuttlebus naar de stad Cobán geregeld, waar we morgen zullen overnachten (225 km in één dag is hier namelijk echt niet haalbaar), om de volgende ochtend verder te rijden. Maar... Eerst nog een nachtje slapen in onze luxe suite. En dat moet vast goed gaan, want vanmiddag heb ik me door een meneer met een toverfluit een fles heilzame lavendelolie laten aansmeren. En volgens hem hebben twee druppeltjes van deze olie achter je oren een wonderlijk effect op je slaappatroon. Welterusten dus maar!

Antigua - Guatemala

Jahaaa, we zijn in Antiguaaa!

Wat een ontzettend leuk stadje. Oude koloniale huisjes, smalle straatjes en enorm veel kleur. Veel toeristen ook en dat waren we niet meer gewend na twee weken Nicaragua. Antigua is bovendien een stuk kouder dan Granada en Leon, dus hebben we onze truien de eerste avond maar weer uit de rugzak gevist. Helemaal niet erg, want na de tropische hitte van de laatste tijd is een beetje verkoeling best lekker.

De afgelopen dagen hebben weinig anders gedaan dan genoten van de bijna sprookjesachtige sfeer in Antigua. Urenlang door de straten geslenterd, koffietje hier, wijntje daar. Helemaal super! En... we hebben de actieve vulkaan Pacaya beklommen. Wat een heftig avontuur weer! Volgens de ‘experts’ (de ticketverkopers, die natuurlijk totaal niet objectief zijn) zou de wandeling naar boven een makkie zijn; ‘Nooo problemo, Pacaya es muuuy fácil!’ riepen ze braaf in koor. Juist! Inmiddels geloven we nog maar de helft van alles wat ze je hier wijsmaken, dus wij togen bepakt en bezakt, op alles voorbereid, richting de Pacaya.

Na een klim van ongeveer anderhalf uur kwamen we aan op het punt waar de begroeiing overgaat in gestold gesteente. Je klautert dan plotseling over gigantische zwarte rotsblokken, die niet alleen warm zijn, maar ook nog eens vlijmscherp. De laatste kilometer was dan ook allesbehalve een ‘makkie’. Verschillende mensen struikelden en hielden daar flinke wonden aan hun handen en benen aan over. Maar na een paar keer bijna uitglijden en hard vloeken, stonden we plotseling pal naast een stroom vloeibare lava. Echt bizar! Zelfs tussen de rotsplateau’s waarop we stonden te wankelden, zagen we kleine poeltjes lava borrelen. En zo bleek nog maar eens dat ze hier totaal andere ideëen van veiligheid hebben, zoiets is in Nederland natuurlijk ondenkbaar. Anyway, eenmaal veilig terug in de bus naar Antigua (na een lange afdaling in het pikkedonker), vonden we het toch wel heel cool dat we bovenop een actieve vulkaan hadden gestaan.

Hier in Antigua is overigens ook het eerste diarree-slachtoffer gevallen (ikke)! Maar behalve afgrijselijke maagkrampen, valt de ellende best te overzien. We zitten gelukkig in een heel relaxed hotel (Casa de Santa Lucía No 5, spotgoedkoop voor 10 dollar per nacht) met een frans balkonnetje, van waaruit je een mooi uitzicht hebt op de levendige straten van Antigua. Dus die ene ochtend dat ik braaf in bed ben blijven liggen, heb ik me uitstekend vermaakt. Eén ochtendje maar, want daarna wilde ik niets liever dan weer lekker naar buiten. Lunchen in de patio van het Rainbow Café en fantastisch dineren bij El Sabor del Tiempo, waar je tussen de wijnvaten aan robuuste houten tafels smult van de lekkerste verse pasta’s. Mjam!

Onze volgende bestemming is San Marcos aan Lago de Atitlán. Schijnt een dorpje vol yogafreaks en meditatiegoeroes te zijn, dus dat wordt vast heel gezellig. Tot over een paar daagjes!

Leon - Nicaragua

We hebben de stadse vibes helemaal te pakken! Na drie dagen rondstruinen in Granada, zijn we aanbeland in Leon. Alweer zo´n mooie stad, met talrijke oude gebouwen en kathedralen, drukke pleinen en vriendelijke mensen.

We hebben ingecheckt bij La Casona Colonial, waar we nu in een piepklein kamertje slapen (lekker goedkoop voor 20 dollar per nacht). Zoals de naam al doet vermoeden, is het hotel volledig opgebouwd in koloniale stijl. Zware houten deuren, hoge bedden waar je ´s avonds in moet klauteren en een sfeervolle patio, vol planten, bloemen en schommelstoelen. Helemaal leuk! Het hotel wordt gerund door een echtpaar van rond de 60, die elke ochtend breed glimlachend koffie voor ons inschenken. Die drinken we in onze luie schommelstoelen met twee andere Nederlanders; Erwin en Marjolein, die al voor de tweede keer ´n jaar aan het rondreizen zijn (jaloers!!!).

Zoals gezegd zijn we helemaal into het cultuursnuiven, dus we hebben de afgelopen dagen zo ongeveer alle kerken van Leon bezocht. En dat is een hele prestatie, want het zijn er belachelijk veel. De kathedraal op het stadsplein, naar het schijnt de grootste van Midden-Amerika, hebben we zelfs beklommen tot in de klokkentorens voor een geweldig uitzicht over de stad en de omliggende vulkanen.

In deze kerk ligt ook de wereldberoemde dichter Rubén Darío begraven. En hoewel we eerlijk gezegd nog nooit van de beste man hadden gehoord (durven we tegen geen enkele Nicaraguaan te zeggen, schande!), wordt hij hier in Leon verafgood. Er is zelfs een Rubén Darío museum, gevestigd in het huis waar hij is opgegroeid. En ja, ook daar zijn we geweest. Evenals in Fundacion Ortiz; een kunstgalerie met een omvangrijke collectie. Rustig rondkijken (of heel interessant ´n kwartier met gefronsde wenkbrauwen voor een schilderij blijven staan alsof je er verstand van hebt) kon hier alleen niet, want elke beweging die we maakten, werd nauwlettend gevolgd door een hele kolonne beveiligingsmensen.

We hebben trouwens nog een paar spannende momenten in het museum beleefd. Want toen we links de hoek om gingen in plaats van rechts (zoals alle andere mensen), brak er plotseling paniek uit. We hebben ´n kwartier moeten onderhandelen met boze mannen in uniformen, voordat we verder mochten lopen (uiteraard alleen als we de gangbare wandelrichting zouden volgen, logisch!). Misschien is het nog niet eens zo vreemd dat ze bang zijn dat we stiekem een Picasso in onze tas proppen (?!), maar het is wel bizar als je ziet dat ze onder datzelfde schilderij doodleuk een ratelende ventilator zetten. Ik heb er weinig verstand van, maar volgens mij kan dat nooit goed zijn voor een kostbaar oud doek.

Behalve een culturele ontdekkingstocht, hebben we natuurlijk ook weer een paar leuke restaurants en cafeetjes ontdekt. ´s Morgens ontbijten we bij Ben Linder, een nonprofit café vernoemd naar een Amerikaanse weldoener (ook nog nooit van gehoord...), dat is gevestigd in een monumentaal pand op de hoek van een drukke straat. De vloeren zijn van mozaiek en de metershoge serredeuren fungeren als ramen. Zo heb je het gevoel alsof je deel uitmaakt van het leven op straat, alleen gaat de herrie volledig aan je voorbij (best lekker, want toeteren om alles en om niets is een favoriete bezigheid van Nicaraguanen). Ook in ViaVia, een backpackershotel dat wordt gerund door twee Belgen, hebben we heel wat gezellige uren doorgebracht. Vooral de eerste avond, toen er een live-bandje à la Los Lobos optrad. Rammelende flamencogitaren, ´Laaalalalala Bamba´, swingende mensen; je kent het wel.

Morgenvroeg stappen we om 5:30u in de bus naar Guatemala. Een behoorlijke afstand, die we niet in één dag kunnen afleggen. We zullen dan ook moeten overnachten in de hoofdstad van El Salavador, waar je volgens de Lonely Planet na zonsondergang beter braaf binnen kunt blijven. Klinkt leuk, niet? Nog maar even niet aan denken, we gaan nu eerst lekker borrelen met Erwin en Marjolein.

¡Hasta Luego!